maandag 28 april 2008

Zat 26-04-2008: De Davitamon Classic

Zonder al te veel inleiding te willen neerpennen over hoe mijn fietsgezelschap is tot stand gekomen, over hoe de voorbereidingen op de rit verlopen zijn en dergelijke meer, wil ik elke lezer maar meteen confronteren met DE VASTSTELLING (aller tijden ?):

De DAVITAMON CLASSIC is een organisatie die méér dan af is. Deze organisatie staat gewoon op ongenaakbaar hoog niveau.

Je zal dat zelf uit het verslag zeer gemakkelijk kunnen afleiden. Alle professionele organisatiebureau's mogen nog al hun krachten bundelen, zo'n organisatie-niveau als dat van de Davitamon Classic zullen ze nooit behalen. Hier zit ziel achter, visie, strategie, tijd, inzet, werk ... Je voelt het gewoon dat alles, maar dan ook alles in het werk is gesteld om aandacht te besteden aan zelfs het kleinste detail om de wielerliefhebber een fantastische dag te laten beleven in een schitterende omgeving.

Zal ik het verhaal beginnen ?
Net zoals vorige week bleek ook nu weer pas laat op vrijdagavond dat mijn voorziene metgezellen afhaakten. Net op het ogenblik dat de laatste afbelde, kreeg ik prompt telefoon van David. "Eddy, rijdt ge morgen de Davitamon ? En zoja, hoeveel ?" Met nog wat heen en weer gebabbel kwamen David en ik tot de overeenkomst om op zaterdagmorgen om 7:30 bij mij thuis af te spreken om van daar uit naar Nazareth te fietsen. Bedoeling was om ons daar in te schrijven voor de rit van 100 km en er zo ongeveer rond 8 uur te kunnen starten.

Na een goede nachtrust maak ik me klaar en trek ik nadien de garagedeur open. Ik had het hekken al opengezet, en ja hoor, daar stond hij al. David met de fiets in de koffer. Fiets uit de wagen, wielen monteren, nog wat twijfelen over de kledij en ... Ik nog een goeiendag aan 't vrouwke en ... weg waren we.

Bijna windstil, een zon die niet al te veel moeite had om op te staan en waarvan je kon zien aan haar rood-oranje kleur dat ze de dag zou gaan overheersen en een schitterende hemel vormden samen het uitermate geschikte fietsweer waar we met zijn allen eigenlijk al een hele tijd naar uitgekeken hebben. Alsof het weer het harde werk van de organiserende club en al haar medewerkers in het zonnetje wilde zetten.

Op ons gemak naar Nazareth. Decor: het gemeenteschooltje met dit jaar ook -de spiksplinternieuwe- sporthal. De hele vloer van de sporthal was bedekt met tapijt en elke deelnemer moest met fiets en al de sporthal binnen. Daar waren verschillende tafels met formuliertjes en balpennen voorzien en diverse afrekenposten zodat de inschrijving zeer vlot verliep. Je kreeg zelfs de indruk (maar die zal fout geweest zijn) dat de inschrijving vlugger ging dan bij de inschrijving van de vooraf ingetekenden. Na de inschrijving en het om de pols krijgen van een bandje konden we vertrekken. Bij het buitengaan van de inschrijvingszaal ontvingen we nog een vitamientje van Davitamon hé.

Langs kalme wegen loodste het parcours ons naar de oevers van de Schelde langs de welke we de brug over de rivier namen ter hoogte van Zingem ongeveer. Daar de Schelde over richting het rond punt van Nederzwalm. Langs wederom kalme landwegen zochten we Sint-Denijs-Boekel op en kwamen we zo langzamerhand in gebied terecht waar men toch al eens een versnellingetje lager zou durven gaan schakelen, als je begrijpt wat ik bedoel.

De Davitamon Classic staat zeker niet bol van de gekende hellingen. Op een paar uitzonderingen na zijn het zelfs eerder onbekende hellingen. Op diezelfde uitzonderingen na zijn de hellingen niet al te steil, maar des te langer. En minder steil maar veel langer is zeker geen garantie dat de tocht op haar geheel minder zwaar zou zijn. Ik zou zelfs durven beweren dat de tocht zelfs iets zwaarder is. Maar los daarvan kom je langs het parcours de meest schitterende landschappen en vergezichten tegen. Adembenemend ! Meer valt daar echt niet over te zeggen.

De eerste helling is precies op grondgebied Sint-Denijs-Boekel. Ze kreeg de naam "Duisbeke - Tissenhove". Met haar 4% maximale hellingsgraad en haar 2500 meter lengte bevestigt ze helemaal mijn stelling omtrent de hellingen van de Davitamon van hierboven.

Kort na die helling krijgen in Sint-Kornelis-Horebeke de eerste bevoorrading. Pardon, het eerste buffet is een beschrijving die beter op haar plaats is. David en ik, net als alle andere deelnemers, konden ons te goed doen aan suikerwafels, cake, peperkoek, chocolade, water, sportdrank, banaan, rozijnen, druiven en appelsienen. Op het terrein stonden een overvloed aan vuilbakken met zeer duidelijke opschriften waarvoor ze bestemd waren: pmd-afval, restafval, fruitafval. Toiletten, ... Enfin, bedenk het en het is er.
Je moet natuurlijk als fietser een keuze maken. Van alles eten zou niet gezond zijn voor een vlot vervolg van je tocht. Een paar stukjes banaan, een beetje sportdrank en een plakje peperkoek vormden een stevige basis om het tweede luik van onze 100 km aan te vatten.

Kort na deze eerste bevoorrading was er een eerste splitsing in het parcours. De weg links inslaan leidde ons naar een mooie lange afdaling. David zei me "zijde mee ?" en ja ik was mee. Afdalen is bijlange zo geen probleem dat klimmen en met een rotvaart daalden we "Berg Ten Stene" af. Daar zal die maximum snelheid van 56,4 km/u wel door mijn fietscomputertje geregistreerd zijn. En heb ik nog mijn remmen goed gebruikt. Dat niet doen zou ...

Een beetje verder stond er weer zo'n schitterend bord dat door de organisatie was geplaatst aan de kant van de weg. Helling 2: Vijverbeek. Max. hellingsgraad 5% - lengte: 1500 m. Dat stond er op dat bord. En deze borden stonden aan de voet van elke helling. (Wat had ik in het begin gezegd over deze organisatie ?)
Voor David was dit nog allemaal kinderspel, voor mij was het -ondanks het goed ging- toch al iets moeizamer. Ik probeerde mij ook nog een beetje te sparen, want in Ronse moest ik zeker zien dat ik mijn gevreesde Hotondberg op kon.

Nu volgen de helling zich wat vlugger op. In Vloesberg (niemand weet waar dat is). Pardon, in Flobecq (iedereen weet waar dat is) was de côte du Hurdumont dit jaar uit het parcours gehaald. Toch reden we dezelfde kant op. Ah, maar daar was de nieuwe Geronhelling. Iets langer en iets minder steil dat die Hurdumont zorgde deze 650 m lange helling met haar max hellingsgraad van 7% voor menig geblaas en gezucht. Of die aangegeven maximale hellingsgraad van 7% klopt, durf ik zachtjes te betwijfelen maar toch ben ik hem redelijk goed bovengekomen. In de afzink van deze helling zagen we in een bocht een groepje staan en één daarvan was nogal over zijn benen aan het wrijven terwijl een ander twee fietsen vast had. Er moet daar een valpartij geweest zijn. Zo op het eerste zicht zonder veel erg, maar het doet je toch beseffen dat een ongeval snel gebeurd is.

We zitten echt in heuvelend landschap. Vlakke stukken zijn een grote zeldzaamheid. Bruyère en Le Mont volgden nog. Beide met een max hellingsgraad van 7 % en achtereenvolgens een lengte van 1300 m en 1500 m
Met vijf hellingen bedwongen komen we in de bedrijvenzone van Ronse waar op de terreinen van Lekkerland ons tweede buffet ons opwachtte. Zelfde aanbod aan eten en drinken. Daarbij nog een hersteldienst voor fietsen (die werk had toen wij er passeerden) en zeer interessant: een shuttledienst voor kledij. Ja hoor: daar kon je kledij die teveel had (omdat de zon de frisheid van de morgen helemaal verdreven had) achterlaten in een pakje met je naam erop en dat werd voor je naar de aankomstplaats te Nazareth gevoerd. Straf hé !

Na opnieuw een korte tussenpauze op deze tweede bevoorrading, vertrokken Daveken en ik voor een nieuwe episode van onze fantastische tocht. Richting 6de helling. Maar voor we daar waren hebben we enkele hellingen moeten beklimmen die niet als helling op de parcoursbeschrijving staan, maar die daar gerust zouden kunnen tussen staan. Eentje zelfs vlak voor de Kafhoek in Louise-Marie, waar er een splitsing was met het parcours van de 80 km. Na die splitsing nog twee van die niet in de parcours-beschrijving opgenomen hellingen en we konden ons opmaken voor die aartsmoeilijke Hotondberg.

Nog even in Ronse halt houden voor het rode licht en daarna links de Kruisstraat af te dalen tot ongeveer halfweg. Daar rechts weg en na wat laveren tussen de huizen ben je er : aan de voet van een helling waar een bordje staat: "Hotondberg - lengte 2100 m - max helling: 17%". Ik verzeker je: je twijfelt geen seconde aan de juistheid van dit percentage als je eraan bezig bent. Op het punt waar men die 17 heeft opgemeten staat nog een bordje. Een tekst in de zin van : "Fietsen: leuk, maar hier mag wandelen ook" doet je beseffen dat je echt wel grootse dingen aan het doen bent. Met veel zwoegen ben ik boven geraakt. Wie zegt dat hij vlot boven raakt, ga ik een raar bekijken, denk ik. Velen zullen ongetwijfeld sneller naar boven rijden, maar of dat dan vlot is, is nog een geheel ander verhaal.
David heeft zich op Hotond een beetje laten uitdagen en heeft dan maar getoond dat hij reeds in Frankrijk al eens op hellingen als L'alpe d'huez heeft bedwongen.

Naar boven rijden zorgt er voor dat je daarna vaak naar beneden mag. Dat was dit keer niet anders. Maar even verderop volgt dan meestal wel weer een ... -ja hoor- beklimming. De côte de Russignies met zijn 1500 m en 8% is niet zo spectaculair maar ook daar zijn er zeer bitter weinig die vlot naar boven rijden. Echt waar, heel weinig. Boven vond ik het intussen zo warm dat ook mijn armstukken uit moesten. Dat kleine stopje heeft me ook wat op adem laten komen. Zo konden David en ik onze weg vervolgen.

Ondertussen hebben we kunnen aanpikken bij een groepje. Het gaat vrij vlot. In Kluisbergen echter slaat het noodlot toe. Psjsjejsjjsjjsjsjsj. Bij elke draai van het achterwiel ontsnapt er plots zoveel lucht dat ik het voel aan mijn benen. Dju, mijn achterwiel. Plat. Een vloek volgt. David stopt en komt helpen. Relatief vlug hebben we de band eraf. Nieuwe band erop en ... dan zien we het heel goed. Het 2 weken nieuwe buitenbandje heeft een snee die loopt tot op de zijkant van het bandje. Oei, oei, oei, dat wordt gevaarlijk om thuis te geraken. Geen nood, want er is een shuttledienst. Maar, ik heb nog zelfklevend bandenstop-spul mee. Dat heb ik aan de binnenkant van de buitenband gekleegd. Dan de nieuwe binnenband er weer in, buitenband erop en met minder druk dan normaal gehoopt om zonder verder averij terug thuis te geraken. Eigenlijk was het ons eerder al opgevallen hoeveel mensen er met platte banden aan de kant stonden. Ik was er nu dus ook bij.
Wanneer men eens in elke gemeente die fietspaden gaat schoonvegen is mij een raadsel, maar wat daar allemaal opligt hou je niet voor mogelijk. Erg, heel erg.

In Kaster staat er plots een tentje van Grinta en Alpro. We kregen er een soort mini bevoorrading als complete verassing. Een beetje verderop passeren we het huis van een collega van mij. Eddy (ja, hij heet ook zo) was aan het brandhout bezig. Hem goeiendag toegeroepen vervolgde ik mijn weg. In achtervolging op David en met een eerder ongerust gevoel over de kansen of ik weg zou thuisgeraken met de beschadigde buitenband.

Even verder in Gijzelbrechtegem de laatste helling (900 m - 7%). Daar was de fotografe van www.wielernieuws.be aanwezig om een foto van elke voorbijkomende wielertoerist te maken. Leuk.

Daarna hebben we alle hellingen gehad. Nog juist in de Huise de 3 bevoorrading waar het buffet nog werd uitgebreid tov de andere met een kraampje waar je stukjes hesp kon verorberen. Een stukje banaan, wat rozijntjes, een plakje peperkoek en enkele bekers Extran, sterkten mij om het laatste stuk van deze 100 km aan te vatten. Vlak na de bevoorrading nog een afdaling met erop volgend een klimmeke dat ik -dankzij de lancé van de afdaling- op mijn grotere versnelling naar boven kon rijden.

Daar zo ongeveer hebben we twee Quick-steppers ingehaald die later naar het wiel van David zouden gaan springen. Daveke wilde eens een cartoucheke verschieten. En gelijk had hij. Ik keek de kat wat uit de boom. Eerst lieten ze hem gaan, maar net op het moment dat hij zat te overwegen hem terug te laten inlopen, springen die twee quick steppers er toch naar toe. Ik ga nog mee maar ik moet niet al te lang erna moeten inzien dat dit er een beetje over was. We waren zeer dicht bij de aankomst intussen.

Daveke heb ik alleen aan de aankomst nog terugzien. Van zijn metgezellen heeft niemand onze David in verlegenheid kunnen brengen. Sterk, David. Heel sterk.

Aan de aankomst, mochten we nog op een bewonderende wijze de prima organisatie ondergaan. Een nummertje aan de fiets vastgemaakt, en het dubbel van het nummertje kregen wij mee om zo straks de eigen fiets weer uit de bewaakte fietsenstalling op te halen.
Daarna kwamen onder een afdak van de nieuwe sporthal en kregen we een plastiek zakje in onze handen gestopt. De volgende medewerkers stopte er een brikje chocomelk in, nog een andere medewerker iets verder op stak er een waardebon in voor korting bij een tankbeurt, nog een mederwerker verder nog een bon, dit keer voor fitness sessies in Passage Fitness en nog een nieuwe gratis drinkbus plus een glaasje van Davitamon en een vitamientje.
Daarna kregen we nog een stukje boterham met speculoospasta en een potje pasta met hesp en tomatenblokjes. Man, man, man, ... geen miserie gelijk de Costermans in de Kampioenen soms eens zegt, maar gewoon schitterend, die organisatie.
Als je dan weet dat je voor dat alles (3 bevoorradingsbuffetten, alle bijstand onderweg, overal seingevers, een prima organisatie en zo'n welkom bij aankomst) slechts 10 € betaalt, dan weet je dat je hier gewoon met een fantastisch sterke organisatie te maken hebt.

Voorwaar, voorwaar, ik zeg u. Stel dat ik slechts één rit zou mogen rijden, wel ... ja hoor, het zou de Davitamon zijn. Maar gelukkig moet ik deze keuze niet maken.

David, zeer bedankt voor het aangenaam gezelschap. Dit smaakt naar meer hé, maat.

Zo, mijn beste bloggers, is de fantastisch maand april afgesloten geraakt. Deze maand staat al weer met stip genoteerd voor volgend jaar. Vanaf volgende week is merijenniezere weer actief op zondagvoormiddag. Op 4 mei zonder mij, want er is kommunie. Maar Andy en Jeroen zorgen op 4 mei voor rit en verslag.

Graag tot de volgende.

zondag 20 april 2008

Zat 19/04/2008: de Peter Van Petegem Classic

Na de rit van de gouverneur van vorige week, werden de plannen die er al waren, geconcretiseerd. Jeroen zou niet meegaan. Niet dat hij zijn communie deed, maar hij moest wel naar zo'n feestje.

Een hele week was het spanning opbouwen. Wat zouden we gaan rijden ? Welk weer zal het zijn ? Je kent dat, zo in de aanloop van zo'n evenement stelt een mens al eens zo'n vragen.

Met drie zouden we zijn, maar ... Omstandigheden hebben ervoor gezorgd dat Franky het niet kon maken. Even later op vrijdagavond werd ook duidelijk dat Andy niet meekon. Daar stond ik dan. Geen compagnie en geen vervoer. Mijn motivatie zakte niet tot in mijn schoenen, maar eerlijk gezegd tot in mijn kelder. Een chat-je met David heeft me dan uiteindelijk doen beslissen toch te gaan.

Daar waar ik in de loop van de week aan het twijfelen was tussen de 114 km en de 145 km van de Peter Van Petegem Classic, diende ik in mijn mogelijke scenario's rekening te houden met de fietsrit tussen Deinze en Oudenaarde, zowel heen als terug.

Op zaterdagmorgen moest ik mij toch nog eens flink opladen. De gemakkelijkheids- oplossing kiezen en niet vertrekken lag zo voor het grijpen. Maar wat zou ik dan missen ? Een mooie tocht, een prima organisatie, goede bevoorradingen, ... en vooral de voldoening van nog maar eens een keertje de Peter Van Petegem Classic te hebben gereden. De kogel was door de kerk. Ik zou gaan. Klaarmaken en vertrekken was de boodschap.

Vertrokken in Deinze en op naar Oudenaarde met de fiets. Heuvelachtig was het daar al langs het traject Kruishoutem, Ooike en Bevere. Ik ben vergeten wanneer ik juist aan de startplaats ben aangekomen, maar het was zeker al na 10 uur. Ik ga ervan uit dat de grootste meute al weg was, want ik kon me heel vlotjes inschrijven. Stuurnummer en 2 plastiek strips maakten het mij mogelijk het stuurnummer duidelijk zichtbaar aan mijn stuur te bevestigen.

Daarna kon ik redelijk vlot vertrekken voor uiteindelijk de 73 km. Tja, ik heb op veilig gespeeld. Ik moest immers na aankomst nog een kleine 20 km terug naar huis fietsen.

Vooraf zei men mij zei: "zoekt u een groepje en dan kan je je af en toe een beetje wegsteken". Wel die groepjes heb ik niet gezien. Ik heb mijn Peter Van Petegem dit jaar zo goed als helemaal alleen gereden. Het eerste stuk van de rit was langs de schelde tot in Zingem, waar de markeringen ons over de brug leidden. Zo naar Nederzwalm en Sint-Denijs-Boekel om daar de eerste grote klim van de dag voor de wielen geschoven te krijgen, de Molenberg.

In tegenstelling tot vorige week tijdens de rit van de gouverneur lagen de kasseistenen van de Molenberg er dit keer mooi droog bij. En ik kan u verzekeren: dat scheelt een heel stuk in het beklimmen ervan. De manier waarop ik mijn beklimming van de Molenberg heb gedaan -direct
goed geschakeld en goed doorgegeven- heeft mij een zeer voldaan gevoel gegeven. Tegen dat ik helemaal boven was, heb ik wel een heel klein beetje geplafonneerd, maar het was eigenlijk heel goed gegaan.

Daarna onze weg verderzetten van uit Sint-Blasius-Boekel, over Elst naar Michelbeke om daar de Berendries te lijf te gaan. Of is het eerder andersom ? Is het de Berendries die zijn berijders te lijf gaat ? Mijn beklimming van de Berendries ging ook relatief goed.

Na de Berendries gaat het naar Sint-Maria-Oudenhove en zo naar Brakel, waar ter hoogte van de Top-bronnen de eerste bevoorrading plaatsvond. Kaartje bovenhalen om het te kunnen knippen, en de verse banaantjes, peperkoekjes, Meli-wafeltjes lagen daar in grote getallen te wachten om de monden van de wielertoeristen. Samen met een frisdrankje van Top kon zo de innerlijke mens versterkt worden om het volgende gedeelte van het traject aan te kunnen.

Kort na de eerste bevoorrading stond de beklimming "Veldeman" op het programma. Iets moeizamer naar boven gereden. Waarschijnlijk één limonadeke teveel gedronken, want daarna ging het weer beter. Verder golvend doorheen de streek kwam "Frunte" al vlug als volgende helling. Eerder lang dan steil zorgde "Frunte" op zijn beurt ook weer voor een verhoogde hartslag.

Relatief kort daarna bracht het traject ons naar de Brouwerij Roman te Mater, waar voor de 73-km rit van de Pvp de tweede en laatste bevoorrading was. Organisatorisch zat daar een klein probleemtje: er was te veel "file" om binnen te geraken. Waaraan dat ligt is zaak voor de organisatoren. Daar opnieuw genoten van -dit keer- een paar kwartjes sinaasappel en een paar sneetjes peperkoek. Een frisse cola in de tent op het binnenplein was ideaal om er even bij te gaan zitten. Aan het tafeltje daar in de tent op de binnenkoer van de brouwerij Roman kreeg ik het aangename gezelschap van een jongeman. Hij was aan de 114 km bezig. Na wat babbelen, oa over deze merijenniezere, mijn stoppen met roken, het beginnen fietsen, ... hoorde ik aan zijn uitspraak dat hij ook van 'ons kanten' moest zijn. Toen ik het hem vroeg, bleek hij van Schelderode te zijn. Bij Merelbeke is Schelderode te vinden, verduidelijkte hij mij. We hebben niet zo heel lang gebabbeld, maar ik vond het wel leuk. Aangenaam en vlot, wat mij betreft. Hoe dat toch gaat hé, kennismaken met een wildvreemd persoon. Tof ! (Mocht de man in kwestie, dit lezen, stuur eens een mailtje).

Na deze bevoorrading begon het laatste luik van de Classic. Via het dorp van Mater ging het naar Ename. Vanaf hier manifesteerden zich wel groepjes. Vanaf Ename reed ik naar een paar voorgangers toe, met de bedoeling om mij daar eventjes in het wiel te nesten. Daar echter bij gekomen, bleken ze nogal traag te rijden. Ik heb ze dan maar voorbij gestoken en opgetrokken tot 30 km/u - 32 km/u. Maar wat bleek ? Die gasten zaten in mijn wiel. Ik bleef mijn tempo rijden, maar ik kreeg geen assistentie. In tegendeel, bij het inhalen van andere rijders werd de groep achtervolgers groter. Enkel bij het klimmen konden sommigen profiteren van hun lichtere gewicht. Maar eens de heuvel voorbij zat ik vlug weer vooraan. Enfin, zo ging het verder naar Gavere.

De laatste klim was daar "De Rotse". Eerder kort maar zeer nijdig kwam de Rotse voor de dag, maar ook deze ging relatief goed. Daarna was het al vlak wat volgde in het parcours. Ik zat weer aan kop van het groepje en kon het gat dichten tov een drietal voor ons. Met deze mannen de scheldebrug over in Gavere en zo het jaagpad van de schelde gevonden.

Die drie man liet ik aan kop. In vierde positie ging ik goed mee, tot plots iemand van de drie koplopers plots last kreeg van krampen. Daardoor zat ik weer op kop en dat is zo ongeveer het geval gebleven tot in Oudenaarde. Ik heb zo nog een paar keer mijn tempo laten zakken om zo eens iemand anders de kop te laten doen, maar dat lukte niet zo erg. Als het al eens lukte was het niet voor zeer lang.

In ieder geval ben ik in Oudenaarde aan de evenementenhal De Qubus aangekomen met nog een behoorlijk goed gevoel. Misschien had ik toch voor de 114 km moeten gaan.

Daar in Oudenaarde was het meer commerciële karakter bij aankomst goed duidelijk. Stuurnummer werd vakkundig losgemaakt en dan kwam je op een soort pleintje. Het leek wel een markt. T-shirt, wielertrui, drinkbus, ... Alles kon je daar nog kopen. De vijf euro waarborg voor het stuurnummer werd je in eerste instantie aangeboden in de vorm van een plastiekzak met daarin een drinkbus, een verpakking Isostar-poeder en een Isostarreep. Op verzoek kon je toch je 5 euro terugkrijgen. Toch een mooie poging om niet te veel keer 5 euro te moeten teruggeven. Een heel klein beetje overmatig commercieel gedoe is naar mijn gevoel het enige smetje op deze vlekkeloze organisatie.

Een zeer dikke merci aan alle seingevers onderweg die overal waar nodig het verkeer ten voordele van ons fietsers stillegden. Een zeer dikke merci.

De relatief goede benen kon ik dan nog gebruiken voor mijn terugrit van Oudenaarde naar Deinze, langs hetzelfde heuvelende landschap van Ooike en Kruishoutem. Tijdens die terugrit nog een rijder van de Eccentric-WTC van Deinze. De man was van Waarschoot en had zijn camionnette in Deinze staan. Nog een aangename babbel aan het slot van zeer mooie dag.

Rond vier uur was ik terug thuis. 'k had in totaal 113,12 km gereden. En, belangrijk ... weer zo'n voldaan gevoel. Volgende week hopelijk nog een goede Davitamon en de super aprilmaand zal alweer goed gesmaakt hebben.

Tot slot enkele cijfertjes:

  • Molenberg: 463 m lang ; 7% gemiddeld stijgingspercentage ; 14,2 % max.
  • Berendries: 940 m lang ; 7% gemiddeld stijgingspercentage ; 12,3 % max.
  • Veldeman: 1000 m lang ; 4,7% gemiddeld stijgingspercentage ; 13 % max.
  • Frunte: 1700 m lang ; 3% gemiddeld stijgingspercentage ; 5 % max.
  • Rotse: 350 m lang ; 7,2% gemiddeld stijgingspercentage ; 18 % max.
Ritkaartje mogelijk gemaakt dankzij Wouter (zie www.drw.be). Bedankt hé, Wouter.

maandag 14 april 2008

Zat 12-05-2008: de Rit van de Gouverneur

Al heel de week een beetje bezig geweest met het maken van afspraken met Franky enerzijds en Andy en Jeroen anderzijds, die ik slechts op vrijdagavond helemaal in een definitief jasje heb kunnen gieten. Bedoeling was om samen de Rit van de Gouverneur te kunnen rijden die zijn start en aankomst kent in Zulte.

En ja, hoor, het was gelukt. Het zodanig geregeld gekregen dat iedereen in Zulte verscheen om zijn inschrijvingsformaliteiten te vervullen, daar op mekaar te wachten om zo samen te kunnen vertrekken rond een uur of negen. De 150 km stond op het programma. Franky had daar zo nog
twijfels over, omdat hij niet al te veel op zijn fiets had gezeten de laatste tijd. Hij zou wel zien aan de splitsing tussen de 100 en de 150 km wat hij zou doen.

Ik van mijn kant, was zo zenuwachtig dat ik zelfs vergeten was om te kijken wanneer we nu exact aan ons exploot begonnen zijn. Het zal wel niet al te ver van negen uur zijn geweest. Ondanks het zonnig uitzicht van het weer, was het toch behoorlijk fris. Daarbij was er ook nog een zeer voornaam aanwezige en veel bepalende factor: de tegenwind.
Ahja, als de wind in je voordeel zit, dan heb je daar totaal geen last van en spreek je daar niet meer van. Maar zoals de wind zich op 12 april heeft gemanifesteerd, ben ik er zeker van dat hij zal aangehaald worden in om het even welk verslag van deze rit van de gouverneur.

Vanuit Zulte vertrokken voor 150 km, reden we richting Waregem uit. Zonder Waregem echt binnen te rijden trokken we over de brug van de E17 in een redelijk omvangrijk groepje aan een zeer aangenaam tempo-tje. Nokere wat links liggen latend (daar kwamen we aan het eind wel terug naartoe) trokken we verder richting Wortegem, Gijzelbrechtegem, Anzegem, Kaster om zo naar de klim naar het Vossenhol (enfin, Tiegemberg dat ze zeggen) te rijden. Tijdens de rit van Zulte tot Kaster hadden we reeds 2 beklimmingetjes gehad, die echt als opwarmers konden gezien worden.

Na Tiegemberg draaide het parcours zo dat we richting Ruien gingen. Even later krijgen we de beklimming van de Kluisberg voor de wielen geschoven. Gelukkig had ik die afgelopen woensdag met Andy al eens verkend en wist ik zo ongeveer waar ik mij kon aan verwachten. De Kluisberg, daar heb je niet zo direct mee gedaan. Telkens je denkt: 'dat is het", komt er een bocht en krijg je nog een paar graadjes meer hellingspercentage voor de voeten geworpen. Maar goed, uiteraard als laatste van ons viertal kwam ik hem ook boven gereden. Boven eventjes gestopt om iets te eten en te drinken. Daarna onze weg verdergezet.

In de afzink van de Kluisberg een gevaarlijke situatie gezien. Een inwoner aldaar - enfin, dat veronderstel ik - stond midden de afzink in een bocht met auto en aanhangwagen zo over de weg dat er ongetwijfeld ongelukken zouden gebeurd zijn mocht een tegenliggende automobilist ons
niet hebben proberen verwittigen door met zijn grootlichten te flitsen. Hartelijk dank, mijnheer of mevrouw.
Eens beneden draaiden we af naar Orroir, Amougies en Russeignies waar we de Karnemelkbeekstraat op moesten. Een helling die meer tot de verbeelding van menig wielertoerist spreekt in een ingekorte versie van haar franstalige benaming, "rue de Lait Battu". Lait Battu dus.Boven op Lait Battu was de eerste bevoorrading.

Dat Andy en Jeroen vorige week de Ronde gereden hadden was er wat aan te zien vond ik. Franky deed heel goed mee, en ik ... Ja, ik, ik heb het altijd wat moeilijk als het naar omhoog gaat hé. Maar tot nu toe verloopt alles goed. Ik ben zeer tevreden.

Die eerste bevoorrading was goed: water, sportdrank, banaan, appelsien, koekjes. Goed zonder meer. Het niveau van de bevoorradingen van de Peter Van Petegem Classic of de Davitamon Classic wordt hier niet gehaald. Dat van de Rvv zeker niet, volgens onze twee die vorige week
hun 140 tot een heel goed einde brachten. Maar de eerste bevoorrading was OK.

Van daaruit weer vertrokken. Al snel zaten we op de Ronse Baan om die af te dalen tot in Berchem. Daar rechts weg om zo een moordend (enfin, voor mij toch) drieluik aan te vatten. De Oude Kwaremont, Kalkhove en de Paterberg. Alle drie kasseihellingen. Van de Paterberg wist ik dat ik hem nog niet boven was geraakt. Van Kalkhove wist ik dat ik die al 2 keer boven was geraakt en van de Oude Kwaremont wist ik niets. Nog nooit eerder gedaan in mijn relatief korte wielercarrière. Uiteraard (het ging naar omhoog) moest ik mijn 3 metgezellen laten gaan. In mijn eigen tempo begon ik eraan. Achteraf bekeken kan ik redelijk tevreden zijn. De Oude Kwaremont heb ik relatief goed kunnen beklimmen. Boven hebben mijn metgezellen gewacht op mij. Samen verder. Kalkhove heb ik enorm gezwoegd, maar toch boven geraakt. En dan, mijne fameuze Pater. Ik heb hem opgedraaid en in het gootje ging het behoorlijk. Het moet gezegd. Maar aan het huis moest ik -net als iedereen- uit het gootje, en ... ging het niet meer. Ik keek achterom en zag dat ik niet beschaamd hoefde te zijn. Er waren er nog die er te voet stonden. Dan maar als wandelaar naar boven.

Door de snelle opeenvolging van deze drie -zeg maar- serieuze kleppers, was ik echt zo goed als begraven. Mijn metgezellen hebben zorg voor me gedragen. Ze hebben me uit de wind gezet en het tempo een ietsje gedrukt op de iets vlakkere stukken. En dat was nodig. Heel hard nodig.
Op een bepaald moment heb ik -heel eerlijk- gedacht : "wat kom jij hier nu al doen ?" Maar Andy coachte me en zei dat ik er weer zou doorkomen naarmate de kilometers zouden vorderen. En inderdaad. Het heeft een tijdje geduurd, maar ik kwam er inderdaad weer door.

Het parcours verdergezet zouden we eerst wat "vlakke" kilometers gaan maken. Maar wat zijn vlakke kilometers in de omstreken van Ronse ? En dan vergeet ik nu al heel de tijd nog eens melding te maken van dé factor die de hele tocht zwaarder maakte: de wind. Echt ! Amai ! Da blaasde !De klim van "de Witte Muur" in Ronse was de volgende klim. Voor zover ik mij die goed herinner wat dat een klim in een eerder smal straatje waar je bijna boven een scherpe bocht naar rechts moest maken waar de helling nog eens een schepje straffer werd.

Daarna -zou ik het zeggen?- mijn favoriete helling. Zo ondervond ik toch. Het is nu niet dat ik er mijn 3 metgezellen achter mij zou hebben gelaten, maar "La houppe" ligt me wel. Het is lange eerder gelijkmatige klim. Van zodra je je tempo gevonden ... En ik had het gevonden !
Hallelujah. Na deze helling volgde de tweede bevoorrading.

Over die tweede bevoorrading kan ik zeer kort zijn. Ik ga er niet veel over zeggen, behalve dan dat je dit als organisatie niet mag tegenkomen wil je verder groeien. Daar aan de die tweede bevoorrading wel Wouter (Webbey van WT.be) ontmoet die met Esteban op pad was. Toen wij vier vertrokken, zei Wouter me nog: "rij maar rap dat gulder lang voor blijft".

We zouden stoppen aan de eerstvolgende bakkerij die zou open zijn en die op het parcours lag. Maar ik weet niet waaraan het lag, aan het parcours of aan de bakkerijen die gesloten waren, maar ... we bleven op onze honger zitten, hé Franky. Andy en Jeroen waren voor ons schitterende kopmannen. Ze namen ons constant op sleeptouw.
En dan volgde nog een verrassing van de organisatie. In Brakel draaiden we de -door Johan Museeuw berucht gemaakte- Ten Bossestraat op. Als beklimming die niet op het lijstje stond, kan ze wel tellen, die straat. Boven draaien we links weg op zoek naar Michelbeke.

De volgende helling op het programma was de Rekelberg (in Rozebeke). Ook een taaie brok hoor, zeker als je al al die kilometer in de benen hebt. Franky was intussen aan het worstelen met krampen en ik voelde dat ik ook met die grens aan het flirten was. Maar ook die helling kwam ik boven. Na de Rekelberg besloot het weer ons ook nog eens te bevochtigen. Ons lichtjes nat regenen was nog zo erg niet. Die Molenberg, die nog moest komen, nat maken was al veel erger.

Op de Molenberg was het duidelijk dat de bui er goed genoeg gewerkt had om alle kasseisteentje superglad te maken. Andy en Jeroen heb ik niet meer gezien. Franky bleef in mijn buurt of was het ik die in zijn buurt bleef ? In elk geval, de bokkensprongen die -vooral- mijn achterwiel heeft gemaakt zijn onbeschrijfelijk. Doorslippen, van de ene kassei diagonaal naar de andere slippen, evenwichtskunsten maken en toch niet afgeven ... Man, man, man, ... miserie, miserie, miserie zou Fernand Kostermans al lang zeggen.

Daarna was het recupereren en rustig fietsen naar de derde bevoorrading. Op het MPI dat het goede doel vormde waar de opbrengst van deze Rit van de gouverneur voor bestemd is. Daar was de bevoorrading weer in orde. Oef, het zwaarste was achter de rug; zo werd gezegd. Wat nog volgde was vlak met nog juist de Nokere berg als beklimming.

Jaja !

Gestorven heb ik op het traject tussen Zingem en Ooike. Heel de tijd licht klimmend en heel de tijd vol tegen de beukende wind in. Na 130 km. Miljaarde ! Ongelooflijk hoe ik daar heb afgezien. Maar ik was niet alleen ... Dankzij onze medemaats toch alles overleefd. Ook Nokereberg. Toen aan die begon reed ik op de kasseien. Ik zag Andy en Jeroen het voetpad en het gootje pakken. Ik deed dat dan ook maar, en heus dat scheelt hoor.

In het allerlaatste stuk naar de sporthal van Zulte toe draaiden we met een grotere groep het industrieterrein in. En, ja hoor, voor het eerst viel het ons op dat we eens wat wind in de rug hadden. Iedereen, maar dan ook iedereen zei : "waar gaan we dat schrijven ?". We konden er
niet zo heel lang van genieten, want even verder op moesten we links in draaien om de laatste lijn naar de aankomstplaats aan te snijden.

Al bij al ben ik vreed content dat ik 1) de 150 km heb aangedurfd en 2) dat ik hem heb uitgereden (met een kleine uitzondering hé). Zeer, zeer maar dan ook zeer bedankt aan mijn metgezellen.
Franky, Jeroen en Andy: zeer bedankt.

De Rit van de gouverneur was mooi, maar zwaar. Gelukkig smaakte na afloop de Grimbergen formidabel.
Tot volgend jaar.

zaterdag 12 april 2008

19/04/2008 : de Peter van Petegem Classic

Op 19 april gaat de Peter van Petegem Classic door.

Sedert 2007 kent deze Classic zijn startplaats in Oudenaarde; daarvoor was dat het industrieterrein in Deinze.

Afstanden hier zijn 73 km, 114 km en 143 km.

Meer info over deze organisatie vindt u op de pvp classic-site.

Intussen heb ik de parcours-info over de verschillende afstanden in een overzicht geplaatst :

vrijdag 11 april 2008

12/04/2008: Rit van de Gouverneur

Dit jaar nog maar in zijn 4de editie, maar toch reeds nestelt deze "Rit van de gouverneur" zich tussen de klassiekers van de aprilmaand.

Deze rit kent zijn startpunt aan de Sporthal te Zulte.
De afstanden zijn 65 km, 100 km of 150 km.

Meer informatie over de vorige edities is te vinden op de site www.ritvandegouverneur.be
Binnenkort zal ook daar de informatie omtrent de editie 2008 te vinden zijn.

donderdag 10 april 2008

Zat 05/04/2008: Ronde van Vlaanderen

Het kan soms pijn doen als je op zaterdag om 6u moet opstaan, maar met een dag zoals deze had ik daar geen enkel probleem mee. Hup, uit het warme bed en naar beneden voor een stevig ontbijt. 4 boterhammen met confituur en een groot bord spaghetti stond er op het menu. En ja hoor, het is gelukt om alles op te eten, maar heb toch stevig moeten duwen.

Het was iets na 7u toen Andy aan mijn voordeur arriveerde om de koersfiets op te laden en naar Ninove te vertrekken. Na de fietsen goed vastgezet te hebben vertrokken we vol spanning (en met een volle maag)!

Eens in Ninove aangekomen bleek al snel dat er weer enorm veel volk kwam opdagen. Gelukkig wist Andy een goeie plaats om te parkeren om zo de drukte wat te vermijden. Snel de fietsen van het rek, koerskledij aan, genoeg voedsel in de rugzakjes duwen en zo naar de start.
Bij de inschrijving verliep alles heel vlot en konden we ons al snel begeven naar de boog van de officiële start. En zo waren we vertrokken voor 140km!

Na de benen wat losgereden te hebben, begonnen we toch uit te kijken naar groepjes die er een mooi tempo op hielden. En ja hoor, al snel hadden we een geschikt wiel gevonden. Achteraf bleek dat dan plots weer te traag, maar al snel nam Andy dan het initiatief om naar een ander groepje toe te rijden. Er waren ook van die zotten die veel te snel reden en die dan na 2 uur koers terug zichzelf tegenkwamen. Daar lieten wij ons niet aan vangen uiteraard!

En dan die fameuze eerste helling: de Molenberg! Kort opdraaien en baf! Iedereen stil! Een massa volk stond daar te voet aan te schuiven om boven te geraken. Andy slaagde er toch in om door die menigte naar boven te rijden, maar bij mij bleek dat niet goed te lukken. Offroad schoeisel en pedalen gingen een stuk handiger geweest zijn. Na die frustratie wat weggewerkt te hebben kwamen we al snel op de Wolvenberg, om zo naar de eerste bevoorrading toe te rijden.

Ondertussen hadden we al een goed uur regen op ons hoofd gekregen...

Wat een organisatie die bevoorrading. Weet niet meer goed in welke firma we daar terechtgekomen zijn. Met de fiets door de gangen van het magazijn om dan snel ons eten en drinken in ontvangst te nemen. Alles verliep vlot! Vlug wat eten, de drinkbus bijvullen en weer weg, richting Oude Kwaremont.

Kwaremont gemakkelijk op en dan de Patersberg. Goed vertrokken, tot ik op het steilste stuk gehinderd werd door wat slalom-geklungel van voorgangers en een val van iemand die het niet nodig vond om zijn voeten uit die pedalen te klikken. Lap, weer even voet aan de grond dus, maar toch snel weer kunnen vertrekken. Die Pater hadden we ook alweer overleefd!

En dan kwam die Koppenberg hé. Andy slaagde er opnieuw in te slalommen tussen die massa. Mits heel wat geroep en gevloek. Ik was even zijn spoor kwijt en ja... opnieuw verplicht te voet gezet door mensen die denken dat ze kunnen fietsen, maar die beter zouden thuisblijven. Na wat inwendig gevloek baande ik me al lopend een weg door het volk om zo toch het laatste stuk omhoog te kunnen rijden. Eens boven op de Koppenberg moest ik toch even mijn frustratie uiten aan Andy om dan toch weer snel verder te koersen naar de volgende helling van de dag.

Net voor de 100km hadden we nog een bevoorrading (die weer vlot verliep) aan de Berendries. Daar kwamen we al snel tot het besluit dat de regen bij velen al de tol begon te eisen. Mannen in korte broek en korte trui stonden letterlijk te klappertanden. Gelukkig hadden we er ons op voorzien. Maar even stilstaan was niet echt aan te raden. Dus maar snel weer op de fiets en zo verder naar dé fameuze Muur-Kapelmuur.

Andy wist ondertussen al na 3 vorige deelnames wat er te wachten stond, maar bij mij was de spanning toch te snijden. En dat was bij veel mensen zo. Veel werd er niet meer gepraat, iedereen was zich mentaal aan het voorbereiden. En toen begonnen we met die Kloosterstraat. Dat alleen al was een ferme beklimming! Dan begonnen die kasseien. Al snel zochten we elk ons eigen tempo en begonnen we aan de klim. En ja hoor, de Muur-Kapelmuur hebben we allebei zonder problemen overleefd en achteraf bekeken valt die eigenlijk nog wel mee. Bij de profs komt die na meer dan 200km, bij ons na meer dan 100. Dat maakt het wel wat harder. Maar de Koppenberg is toch nog altijd de dikste puist uit de Vlaamse Ardennen.

De Bosberg is best ook nog een lastige brok. Niet overdreven stijl, maar een kleine km lang op die kasseien kan wel even pijn veroorzaken in de benen. Maar als je weet dat dit de laatste is uit het rijtje, dan neem je er die nog gemakkelijk bij hé. Daarna volgde een race naar Meerbeke aan snelheden van bijna 40km/u. Dat was nog een ferme brok energie die daar verbruikt werd!
Zelfs wanneer er op enkele km voor de finish nog een fietser vlak voor mijn neus de grond wilde kussen, werd ik zelfs nog gedwongen om een jump te maken (zoals Sven Nijs graag doet) over zijn fiets. Sorry man, maar het was dit of zelf tegen de vlakte gaan.

En zo kwam mijn eerste deelname aan de Ronde van Vlaanderen (voor wielertoeristen) tot een goed einde. Eén ding is zeker, volgend jaar ben ik opnieuw van de partij om Vlaanderens mooiste weer te rijden!

(geschreven en ingestuurd door Jeroen)

zondag 6 april 2008

Zon 06/04/2008: Knooppunten tot in Anzegem ... helemaal ...

... Alleen ! Helemaal Alleen !

De dag van het fantastisch exploot van Stijn De Volder in Vlaanderens mooiste zou het volgens de weersvoorspellers formidabel slecht weer zijn. Winterse buien zou ons deel gaan zijn.

Dat is vandaag alleen op pad was had met die twee elementen te maken volgens mij. Dé Ronde van Vlaanderen was de dag ervoor vooraf gegaan door de editie voor wielertoeristen en twee merijenniezere's hebben in Ninove 140 km aangevat en beëindigd. Dus geen Andy en Jeroen vandaag.
De anderen zullen zich waarschijnlijk bij de neus hebben laten nemen door de David Dehenau's en de Sabine Hagedorens van dit weekeinde, die fantastisch slecht weer voorspelden.

Maar, wat zag ik vanmorgen toen ik de trap afdaalde ? Zonneschijn, pure zonneschijn. Het was weliswaar niet warm, koud is zelfs meer op zijn plaats. Zonnig én ... droog. Geen neerslag.

Het gaf me veel moed en een opgewekt gevoel. Ik naar de Kromme brug. Niemand daar ! Dan maar tegen 9 uur naar Grammenebrug. Stijntje had me gezegd dat hij wel zou meekomen per mail, maar ... ook aan Grammenebrug niemand, zelfs geen Stijn.

Dan maar alleen vertrokken met de cijfers van de knooppunten op mijn fiets beschikbaar. Ze waren : 10 - 15 - 18 - 16 - 25 - 88 - 89 - 97 - 36 - 32 - 34 - 35 - 6 - 13 - 14 - 8 - 7 - 95 - 94 - 83 - 65 - 64 - 56 - 44 - 42 - 41 - 53 - 51 - 7 - 79 - 87 - 5 - 94 - 86 - 82 - 80 - 2
Het was een ritje dat ik al lang eens uitgetekend had, maar dit nog nooit gereden werd.

Ik begon eraan en ik moet zeggen dat het best wel lastig was. Bergen ben ik niet echt tegengekomen, maar wel veel hellingen tegen dat ik in Anzegem aankwam. In Anzegem zag ik dat het tijd werd om terug te keren. Zo heb ik toch niet alle nummertjes aangedaan. Maar toch een mooie rit. Hij gaat zoals op deze kaart afgebeeld.


Het was goed duwen met de toch wel behoorlijke wind die er stond. En alleen is maar alleen hé. Dat wil zeggen dat je het allemaal zelf moet doen hé. Je kan je nooit eens uit de wind zetten.
Maar het is goed geweest.

Na in St-Eloois-Vijve het jaagpad van de Leie te hebben opgezocht om zo terug naar Deinze te keren, heb ik er nog een madammeke haar achterband vernieuwd. Dankbaar kon zij daarna met haar vriendin haar weg richting "Rosebeke" verderzetten. En ik naar Deinze.

Thuisgekomen met een goeg gevoel en zonder één druppel neerslag.

's Namiddags was hier en daar helemaal anders bij de profs en hun Ronde van Vlaanderen. Hagelbuien maakten de koers nog zwaarder dan hij zo al is. Maar wat een vertoning van een beresterke Stijn De Volder. Chapeau !