dinsdag 25 mei 2010

Zon 23-05-2010: Tilff Bastogne Tilff. Een verslag met een persoonlijk toets.

Het moet ongeveer twee jaar geleden zijn dat ik meer zin had om mijn fiets aan de haak te hangen dan erop te zitten. Wie op dat moment voorspelde dat ik twee jaar later aan de start zou staan van Tilff Bastogne Tilff met de bedoeling om deze onderneming tot een goed einde te brengen had ik goed zot verklaard. Opdat moment was mijn ritje van Landegem naar Deinze en terug het hoogst haalbare. Maar gelukkig heb ik op dat moment niet beslist om mijn fiets van de hand te doen en ben ik stilaan opnieuw beginnen opbouwen.

Een goed half jaar geleden sloot ik me aan bij de vrienden van merijenniezere en van het één kwam het ander. Na een mooie voorjaarsrit werd het idee op tafel gegooid om ons in te schrijven voor de 244 kilometer van Tilff Bastogne Tilff. Ondertussen had ik al ondervonden dat zonder fouten schrijven niet de sterkste kant is van onze Waalse landgenoten, maar ook rekenen is niet één van hun grootste talenten want 244 km is er eigenlijk 255. Maar niet getreurd, dat wisten we op voorhand.

Er werd een mooi hotelletje geboekt door Eddy (waarvoor dank) en daar gingen we.

De voorbereiding ter plaatse begon met een spaghetti Bolognaise bij een plaatselijke Italiaan. Daar konden we meteen al kennis maken met de wonderen der natuur. Mooie dromen verzekerd tijdens onze nachtrust. Echter gold dit niet voor Steven die de slaap niet kon vatten als gevolg van twee andere gasten die blijkbaar voor een andere soort beklimming geopteerd hadden.

Behalve Steven stond iedereen uitgeslapen en al een tikkeltje zenuwachtig aan een rijkelijk gevulde ontbijttafel. Na het in geuren en kleuren omschreven relaas van de door Steven opgedane nachtelijke ervaringen trokken we in colonne naar de start in Angleur. Een mens vraagt zich dan af waarom ze deze rit niet gewoon Angleur Bastogne Angleur noemen. Maar soit, dat bekt natuurlijk niet zo lekker. Met 9 man sterk waren we voor 244 km plezier/afzien (schrappen wat niet past). Dirk, Eric, Steve, Steven, Jeroen, David, Andy en ikzelf vertegenwoordigden Merijenniezere en onze ondertussen vaste compagnon Antoon vervolledigde de groep. Ik weet niet of het toeval was maar ook de vriend van Antoon sloot zich in extremis aan zodat we uiteindelijk met 10 man sterk vertrokken.

En dat we wijze jongens zijn dat wisten we al, dus pakten we de rit uiterst verstandig aan. We reden op het gemak richting eerste helling, de Côte de Chambralles, die we rustig naar boven reden. Steve had een moeilijk moment, maar dat was maar, zo bleek achteraf, een eenmalig feit. Voor het eigenlijke feest begon deden we nog de Côte de Werbomont en de Côte de Bonnerue aan. Voor de rest reden we over “vlakke” wegen richting finale. En bij deze werd ook bewezen dat vlak een relatief begrip is.



Ik weet niet meer waar en wanneer maar ondertussen dienden we een aantal keer noodgedwongen halt te houden voor een aantal reparatiewerkzaamheden, wat de duurtijd van onze rit aanzienlijk wat verlengde. Maar zoals het gezegde zegt ieder voordeel heb z’n nadeel (of was het andersom).

Na kilometer 159 kon het feest beginnen. De Mont Le Soie  en de Côte de Wanne werden door iedereen goed verteerd. In de afdaling van de Wanne werden we geconfronteerd met een akelig vaststelling dat één van de deelnemers het leven gelaten had bij een missen van een bocht. Langs deze weg wil ik dan ook ons medeleven betuigen bij de nabestaanden. Van de Côte d'Amermont herinner ik mij weinig tot niets meer. Van de Côte du Rosier des te meer. Op dat moment sloeg de vermoeidheid bij mij keihard toe. Gelukkig bleef Dirk in mijn buurt (waarvoor dank) en loodste hij me op een doenbaar tempo richting top. Net voor de Côte de la Redoute besliste de binnenband van David voor de zoveelste keer de strijd te staken. Ik nam van de gelegenheid gebruik om een ontsnapping op te zetten (om eerlijk  te zijn: ik reed op mijn gemak verder om te voorkomen dat ik op de Redoute en de daaropvolgende hellingen volledig door het ijs zou zakken) en reed deze helling en de  Côte de Hornay  op eigen tempo naar boven. 13 kilometer later kwam ik moe maar voldaan aan in Tilff. Als laatste wapenfeit dienden we de Côte de Boncelles te overwinnen wat ons in één ruk naar de aankomst bracht.

Niet alleen genoot ik van de rit, maar misschien meer nog van het als vrienden onder elkaar op weg zijn. En hoewel ik mij de volledige rit in de achterste regionen van onze blauwe armada bevond ben ik meer dan tevreden met mijn eigen prestatie en ben ik blij deel uit te mogen maken van de ploeg die merijenniezere noemt.

Zoals ze in de Amerikaanse films zeggen: RESPECT.


Maarten.

5 opmerkingen:

  1. Heel sjiek geschreven Maarten! Merci! Het was idd een fenomenale rit die we niet snel zullen vergeten! Nog eens proficiat aan alle MRNZers die deze tocht beëindigden. Het was toch serieus kicken dat we dit tot een zeer goed einde gebracht hebben!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Maarten, denk wel dat je moe was op de Rosier, want het was niet Dirk...die vooraan reed, maar Erik die bij u bleef...des te meer, schoon verslag. Tmijne komt ook nog:-)

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Weer een ervaring bij voor ons allemaal! Iets om fier op te zijn!
    Mooi verslag trouwens!
    grtz

    BeantwoordenVerwijderen
  4. oeps, al een geluk dat ik hun vrouw niet ben :)

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Ge zat er toch nie ver naast é Maarten . We zijn niet voor niets broers hé ! Ik zat idd vooraan te duelleren met twee jonge hollanders. Moest ze uiteindelijk laten gaan op het einde . Maar het voelde super !! Maar ik vind wel da ge ne krak zijt Maarten!Proficiat!

    BeantwoordenVerwijderen

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.